Een constructeur op reis kijkt op een andere manier naar zijn omgeving dan veel andere reizigers. In deze aflevering van reeks reisverhalen bezoekt onze constructeur Turijn.
Ooit iemand horen zeggen: “ik ga op vakantie naar Turijn”? Ik niet en dat kan aan mij liggen, mijn geheugen of mijn kennissenkring, maar toch. Na ontspanning aan de Middellandse Zee wilde we niet in één ruk naar huis, maar ook nog van alles zien. Onder andere Piëmont, een streek met – van horen zeggen – vooral een goede keuken en goede wijn. Een goede reden voor een stop in Turijn.
Turijn kende ik zelf hooguit van de Olympische Winterspelen van 2006. Het Olympisch debuut van Ireen Wüst met goud op de 3000m als één van de negen Nederlandse medailles van dat jaar. En tijdens mijn studie is het FIAT-gebouw met de testbaan op het dak een keer voorbij gekomen. Volgens Corbusier stond deze fabriek van ‘Fabricca Italiana di Automobili Torino’ symbool voor de moderniteit. Met de verplaatsing van productie naar het buitenland en de voorsteden en het stoppen van de productie in 1982 in deze Lingotto-fabriek belandde Turijn in een economische malaise.
Ik rijd Turijn binnen via de Corso Unita d’Italia en laat de Lingotto – inmiddels door Renzo Piano in ere hersteld als onder andere museum en hotel – links liggen, mezelf afvragend waar ik terecht gekomen ben. De economische malaise die in 1982 is gestart, lijkt hier nog niet overwonnen. En er lijkt ook geen eind aan te komen; wat een grote stad dat Turijn. Ik vraag me af of het nog beter wordt; of we hier wel enkele dagen gaan blijven.
Maar Turijn heeft ook een historisch centrum en dat is dan ook de eerste bestemming waar we eindigen; op de Piazza Carlo Emanuele II. Hier nuttigen we onze eerste Piëmontese maaltijd. Naast spijs en wijn heeft Turijn nog meer te bieden, onder andere het Piazza San Carlo met een tweelingkerk en de Via Po die in een brede, rechte lijn loopt van Piazza Castello tot Piazza Vittorio Veneto. De Via Po – het lijkt wel de belangrijkste straat van Turijn – heeft grote voetgangersportieken aan beide zijden met daarin boetieks, boekwinkels en historische cafés. Én perfecte bescherming tegen de zomerzon. Veel oude grandeur en een historisch hobbelige natuurstenen bestrating met tramsporen.